Search term excuse has 21 results
EN English NL Dutch
excuse (n) [lie] smoesje (n) {n} [lie]
excuse (v) [punishment] onderuit laten komen (v) [punishment]
excuse (v) [punishment] excuseren (v) [punishment]
excuse (v) [pardon] excuseren (v) [pardon]
excuse (v n) [allow to leave] excuseren (v n) [allow to leave]
EN English NL Dutch
excuse (v) [pardon] verontschuldigen (v) [pardon]
excuse (v) [behavior] verontschuldigen (v) [behavior]
excuse (v n) [allow to leave] verontschuldigen (v n) [allow to leave]
excuse (v) [behavior] rechtvaardigen (v) [behavior]
excuse (v) [exempt] ontheffen (v) [exempt]
excuse (v) [exempt] vrijstellen (v) [exempt]
excuse (n) [apology] verontschuldiging (n) {f} [apology]
excuse (n) [lie] smoes (n) {m} [lie]
excuse (n) [lie] foefje (n) {n} [lie]
excuse (n) [lie] voorwendsel (n) {n} [lie]
excuse (n) [lie] uitvlucht (n) {m} [lie]
excuse (v) [pardon] vergeven (v) {n} [pardon]
excuse (n) [reason] excuus (n) {n} [reason]
excuse (n) [lie] excuus (n) {n} [lie]
excuse (n) [apology] excuus (n) {n} [apology]
excuse (n) [reason] verontschuldiging (n) {f} [reason]