Search term grasp has 12 results
EN English NL Dutch
grasp (v) [meaning] vatten (v) [meaning]
grasp (v) [meaning] begrijpen (v) [meaning]
grasp (v) [meaning] doorzien (v) [meaning]
grasp (v) [meaning] verstaan (v) [meaning]
grasp aangrijpen
EN English NL Dutch
grasp (v) [general] graaien (v) [general]
grasp (v) [general] grijpen (v) [general]
grasp bemachtigen
grasp (n) [hand] greep (n) {m} [hand]
grasp (v n) [grip] grip (v n) {m} [grip]
grasp (n) [hand] grip (n) {m} [hand]
grasp (n) [hand] houvast (n) {n} [hand]
EN Synonyms for grasp NL Translations
assimilate [understand] in zich opnemen
learn [understand] aanleren
sense [understand] gewaarwording {f}
absorb [understand] overnemen
obtain [possession] buit maken
acquire [possession] opdoen
procure [possession] (formal verschaffen {n}
gain [possession] bekomen
achieve [possession] realiseren
get [possession] buit maken
secure [possession] fixeren {n}
perceive [comprehend] bespeuren
understand [comprehend] snappen
recognise [comprehend] onderkennen
recognize [comprehend] als waarheid aannemen
appreciate [comprehend] dankbaar zijn voor
see [comprehend] ontmoeten
follow [comprehend] volgen
apprehend [comprehend] arresteren
perception [understanding] (formal scherpzinnigheid {f}