Search term group has 14 results
EN English NL Dutch
group (v) [people] samenkomen (v) [people]
group (n) [people] troep (n) {m} [people]
group (n) [people] hoop (n) {m} [people]
group (n) [people] gezelschap (n) {n} [people]
group (n) [people] groep (n) {m} [people]
EN English NL Dutch
group (n) [people] stel (n) {n} [people]
group (v) [people] zich groeperen (v) [people]
group (v) [people] zich in een groep verenigen (v) [people]
group (v) [people] een groep vormen (v) [people]
group (v) [classification] groeperen (v) [classification]
group (n) [people] partij (n) {f} [people]
group (v) [people] bijeenkomen (v) [people]
group (v) [people] zich verzamelen (v) [people]
group groepering {f}
EN Synonyms for group NL Translations
gathering [collection] katern
company [collection] gezelschap {n}
congregation [collection] vergadering {f}
band [collection] zich verenigen
party [collection] leden
mass [collection] menigte {f}
concentration [collection] concentratie {f}
classify [categorize] indelen
arrange [categorize] aanrichten
class [categorize] stand {m}
type [categorize] drukletter
pigeonhole [categorize] vak {n}
assort [categorize] assorteren
team [group of four] ploeg {m}
ensemble [group of four] ensemble {n}
quartet [group of four] kwartet {n}
foursome [group of four] viertal {n}
set [people] inrichting {f}
coterie [people] troep {m}
clique [people] kliek {m}