Search term hasten has 5 results
Jump to
EN English NL Dutch
hasten (v) [person] zich haasten (v) [person]
hasten (v) [person] zich reppen (v) [person]
hasten (v) [event] versnellen (v) [event]
hasten (v) [event] verhaasten (v) [event]
hasten (v) [event] bespoedigen (v) [event]