Search term hitch has one result
Jump to
EN English NL Dutch
hitch (n) [difficulty] hapering (n) {f} [difficulty]
EN Synonyms for hitch NL Translations
fasten [joining] vastmaken
bind [joining] koppelen
connect [joining] aan elkaar vastmaken
affix [joining] affix {n}
join [joining] fuseren
attach [joining] aanhechten
shift [duration] (informal verschuiving {f}
time [duration] tijdperk {n}
bout [duration] vlaag {m}
tour [duration] rondleiding {f}
turn [duration] worden {n}
trick [duration] hebbelijkheid {f}
spell [duration] tijdje {n}
interference [obstacle] interferentie {f}
deterrent [obstacle] afschrik (adj n)
restriction [obstacle] beperking {f}
impediment [obstacle] spraakgebrek {n}
obstruction [obstacle] obstructie {f}
hindrance [obstacle] hinderpaal {m}
tie [knot] boog {m}