let somebody have his own way translation - English Dutch translation of let somebody have his own way

Woxikon / Dictionary / English Dutch / L / let somebody have his own way

Search term let somebody have his own way has 2 results

Jump to

EN	English	NL	Dutch
	let somebody have his own way (v) [satisfaction]		iemand zijn zin geven (v) [satisfaction]
	let somebody have his own way (v) [satisfaction]		iemand zijn zin laten doordrijven (v) [satisfaction]

EN NL Translations for let

	let (v) [mathematics] let let let let let		veronderstellen (v) [mathematics] verondersteld veronderstelt veronderstellen veronderstelde veronderstelden
	let (v) [mathematics] let let let let let		onderstellen (v) [mathematics] ondersteld onderstelt onderstellen onderstelde onderstelden
	let (v) [mathematics] let let let let let		geven (v) [mathematics] gegeven geven geeft gaf gaven
	let (v) [permission] let let let let let		toelaten (v) [permission] toegelaten laat toe laten toe lieten toe liet toe
	let (v) [permission] let let let let let		toestaan (v) [permission] toegestaan staan toe staat toe stonden toe stond toe
	let (v) [permission] let let let let let		veroorloven (v) [permission] veroorloofd veroorloven veroorlooft veroorloofde veroorloofden
	let let let let let let		laten gelaten laten laat lieten liet
	let (v) [mathematics] let let let let let		stellen (v) [mathematics] gesteld stelt stellen stelden stelde
	let		laten schieten
	let		laten begaan

EN NL Translations for somebody

	somebody		enig
	somebody		een of ander
	somebody (o) [indefinite pronoun - m.]		iemand (o) [indefinite pronoun - m.]
	somebody (pronoun n) [some unspecified person]		iemand (pronoun n) [some unspecified person]
	somebody		een of andere

EN NL Translations for have

	have had have have had had		hebben gehad hebt hebben had hadden
	have (v) [general] had have have had had		hebben (v) [general] gehad hebt hebben had hadden
	have		erop nahouden

EN NL Translations for his

	his		zijn {n}
	his (a) [poss. determiner - m. pl.]		zijn (a) {n} [poss. determiner - m. pl.]
	his (a) [poss. determiner - m. sg.]		zijn (a) {n} [poss. determiner - m. sg.]
	his (o) [poss. pron. - m. sg.]		van hem (o) [poss. pron. - m. sg.]
	his (o) [poss. pron. - m. sg.]		de zijne (o) [poss. pron. - m. sg.]
	his (o) [poss. pron. - m. sg.]		het zijne (o) [poss. pron. - m. sg.]

EN NL Translations for own

	own (v) [general] owned own own owned owned		bezitten (v) [general] bezeten bezit bezitten bezat bezaten
	own (a) [determiner]		eigen (a) [determiner]
	own		erop nahouden
	own		rijk zijn

EN NL Translations for way

	way		gebruik {n}
	way		gewoonte {f}
	way (n) [orientation]		kant (n) {m} [orientation]
	way (n) [traffic]		baan (n) {m} [traffic]
	way (n) [fashion]		manier (n) {m} [fashion]
	way (n) [manner]		manier (n) {m} [manner]
	way (n) [use]		manier (n) {m} [use]
	way (n) [fashion]		wijze (n) {m} [fashion]
	way (n) [manner]		wijze (n) {m} [manner]
	way (n) [fashion]		stijl (n) {m} [fashion]