Search term Maar het is namelijk zo dat has 2 results
Jump to

NL EN Translations for maar

maar but
maar [algemeen] but [algemeen]
maar (prep adv conj n) [although] but (prep adv conj n) [although]
maar [slechts] but [slechts]
maar [toch] but [toch]
maar [ware het niet dat] but [ware het niet dat]
maar [toch] yet [toch]
maar [toch] still [toch]
maar (conj) [but] although (conj) [but]
maar [toch] however [toch]

NL EN Translations for het

het the
het [bepaald lidwoord] the [bepaald lidwoord]
het (v int) [to endeavor to gain someone's affection] woo (v int) [to endeavor to gain someone's affection] (arch.)
het [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] it [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het [persoonlijk vnw. - onderwerp] it [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het it

NL EN Translations for is

NL EN Translations for namelijk

namelijk [reden] as [reden]
namelijk [meer bepaald] specifically [meer bepaald]
namelijk [reden] since [reden]
namelijk [reden] for [reden]
namelijk [meer bepaald] namely [meer bepaald]
namelijk (adv) [in other words] that is (adv) [in other words]
namelijk [meer bepaald] that is [meer bepaald]
namelijk viz.
namelijk (adv) [that is to say] to wit (adv) [that is to say] (adv)
namelijk namely

NL EN Translations for zo

zo [algemeen] thus [algemeen]
zo [algemeen] so [algemeen]
zo [bijwoord] so [bijwoord]
zo [graad] so [graad]
zo (conj adv adj int n) [in a particular manner] so (conj adv adj int n) [in a particular manner]
zo [manier] so [manier]
zo [bijwoord] this [bijwoord]
zo [manier] in such a way [manier]
zo [manier] in such a manner [manier]
zo soon

NL EN Translations for dat

dat [aanwijzend] that [aanwijzend]
dat [aanwijzend bijvoeglijk nw. - enk.] that [aanwijzend bijvoeglijk nw. - enk.]
dat [aanwijzend voornaamwoord] that [aanwijzend voornaamwoord]
dat [bettr. vnw. - onderwerp - enk.] that [bettr. vnw. - onderwerp - enk.]
dat [bettr. vnw. - voorwerp. - enk.] that [bettr. vnw. - voorwerp. - enk.]
dat [voegwoord] that [voegwoord]
dat which
dat [bettr. vnw. - onderwerp - enk.] which [bettr. vnw. - onderwerp - enk.]
dat [bettr. vnw. - voorwerp. - enk.] which [bettr. vnw. - voorwerp. - enk.]
dat who