Search term ontbreken has 7 results
NL Dutch EN English
ontbreken [hoeveelheid] {n} absence [hoeveelheid]
ontbreken [woorden] {n} fail [woorden]
ontbreken [afwezigheid] {n} lack [afwezigheid]
ontbreken [hoeveelheid] {n} lack [hoeveelheid]
ontbreken [afwezigheid] {n} not have [afwezigheid]
NL Dutch EN English
ontbreken [afwezigheid] {n} be without [afwezigheid]
ontbreken [tekort] {n} be missing [tekort]

Dutch English translations

NL Synonyms for ontbreken EN Translations
schelen [ontbreken] succedere a
schorten [mankeren] ritardare
afwezigheid [gemis] f assenza {f}
tekort [gemis] n deficienza
gemis [afwezigheid] n assenza {f}