Search term openbreken has 15 results
NL Dutch EN English
openbreken [intransitief] {n} burst open [intransitief]
openbreken [intransitief] {n} break open [intransitief]
openbreken [openen] {n} break open [openen]
openbreken [transitief] {n} break open [transitief]
openbreken [intransitief] {n} split open [intransitief]
NL Dutch EN English
openbreken [intransitief] {n} crack open [intransitief]
openbreken [eieren] {n} hatch [eieren]
openbreken [openen] {n} force [openen]
openbreken [openen] {n} pry [openen]
openbreken [openen] {n} pry open [openen]
openbreken [transitief] {n} crack [transitief]
openbreken [geneeskunde] {n} burst [geneeskunde]
openbreken [transitief] {n} burst [transitief]
openbreken [geneeskunde] {n} rupture [geneeskunde]
openbreken [ei] {n} hatching [ei]

Dutch English translations

NL Synonyms for openbreken EN Translations
losbreken [afbreken] be torn loose
opbreken [afbreken] break up
verbreken [forceren] break off
binnendringen [kraken] penetrate
inbreken [kraken] break in
openmaken [kraken] open
afbreken [opbreken] deplete
kraken [binnendringen] usurp