Search term opscheppen has 18 results
NL Dutch EN English
opscheppen [ijdelheid] {n} swagger [ijdelheid]
opscheppen [constructie] {n} shovel up [constructie]
opscheppen {n} shovel
opscheppen [gedrag] {n} showing off [gedrag]
opscheppen [soep] {n} ladle out [soep]
NL Dutch EN English
opscheppen [soep] {n} ladle [soep]
opscheppen [aktie] {n} scoop out [aktie]
opscheppen [aktie] {n} scoop up [aktie]
opscheppen [gedrag] {n} boasting [gedrag]
opscheppen [ijdelheid] {n} swank [ijdelheid] (informal)
opscheppen [ijdelheid] {n} bluster [ijdelheid]
opscheppen [ijdelheid] {n} show off [ijdelheid]
opscheppen [ijdelheid] {n} talk big [ijdelheid]
opscheppen [ijdelheid] {n} boast [ijdelheid]
opscheppen (n v) [brag] {n} boast (n v) [brag]
opscheppen [ijdelheid] {n} brag [ijdelheid]
opscheppen {n} brag
opscheppen {n} boast

Dutch English translations

NL Synonyms for opscheppen EN Translations
scheppen [opscheppen] entwerfen
opsnijden [hoog opgeven] angeben
snoeven [hoog opgeven] angeben
pochen [hoog opgeven] angeben
serveren [opdissen] servieren
bluffen [opsnijden] angeben