Search term pas has 19 results
NL Dutch EN English
pas [wandelen] {m} step [wandelen]
pas (n) [act of taking a step] {m} footstep (n) [act of taking a step]
pas [wandelen] {m} stride [wandelen]
pas [werktuigen] {m} spirit level [werktuigen]
pas [reizen] {m} passport [reizen]
pas {m} passport
pas [tijd] {m} newly [tijd]
pas [tijd] {m} recently [tijd]
pas [wandelen] {m} pace [wandelen]
pas [afstand] {m} pace [afstand]
pas [afstand] {m} step [afstand]
pas [wandelen] {m} tread [wandelen]
pas [wandelen] {m} gait [wandelen]
pas [werktuigen] {m} level [werktuigen]
pas [positie] {m} level [positie]
pas [sport] {m} pass [sport]
pas [reizen] {m} pass [reizen]
pas [militair] {m} pass [militair]
pas {m} only

Dutch English translations

NL Synonyms for pas EN Translations
onlangs [laatst] jüngst
recent [laatst] jüngst
passend [op maat] angebracht
waterpas [waterpas] n Wasserwaage {f}
stap [schrede] m Schritt {m}
tred [schrede] m Schritt {m}
paspoort [laissez-passer] n Reisepass {m}
col [bergpas] m Rollkragen {m}
doorgang [bergpas] m Gasse {f}
passage [bergpas] f Eingang {m} (m)
pasje [betaalpas] n Genehmigung {f}
nauwelijks [juist] kaum
net [juist] n Web {n}
slechts [nog maar] nur
identiteitskaart [legitimatiebewijs] m Identitätskarte {f}
poort [doorgang] m Tor {m}
recentelijk [kortelings] vor kurzem
legitimatiebewijs [identiteitskaart] n Personalausweis {m}
amper [net] schwerlich
eerst [pas] an erster Stelle