Search term plaag has 9 results
NL Dutch EN English
plaag [algemeen] {m} exasperation [algemeen]
plaag {m} scourge
plaag (n v) [a persistent pest, illness, or source of trouble] {m} scourge (n v) [a persistent pest, illness, or source of trouble]
plaag [ramp] {m} scourge [ramp]
plaag [dieren] {m} plague [dieren]
NL Dutch EN English
plaag [insecten] {m} plague [insecten]
plaag [algemeen] {m} infestation [algemeen]
plaag {m} calamity
plaag {m} infestation

Dutch English translations

NL Synonyms for plaag EN Translations
pest [pestilentie] m pestilence
last [kwelling] m bovver (n)
ramp [kwelling] m disaster
kastijding [bezoeking] f lashing
straf [bezoeking] m punishment
plaaggeest [gesel] m tease
gesel [beproeving] m scourge
ongeluk [beproeving] n bad luck
onheil [beproeving] n catastrophe
rampspoed [beproeving] m bad luck
slag [beproeving] m combat
tegenspoed [beproeving] m misadventure (literature)
vloek [beproeving] m curse
hinder [druk] m embarrassment
moeilijkheid [druk] f difficulty
epidemie [plaag] f epidemic
ziekte [afwijking] f disease
verderf [onheil] bane
beproeving [ramp] f tribulation