Search term pro has 19 results
EN English NL Dutch
pro (o) [adverb] pro (o) [adverb]
pro (o) [preposition] pro (o) [preposition]
pro (o) [adverb] ervóór (o) [adverb]
pro (o) [preposition] vóór (o) [preposition]
pro (n) [man] professional (n) {m} [man]
EN English NL Dutch
pro (n) [woman] professional (n) {m} [woman]
pro (n) [man] beroeps (n) {m} [man]
pro (n) [sports - man] beroeps (n) {m} [sports - man]
pro (n) [sports - woman] beroeps (n) {m} [sports - woman]
pro (n) [woman] beroeps (n) {m} [woman]
pro (n) [sports - man] prof (n) {m} [sports - man]
pro (n) [sports - woman] prof (n) {m} [sports - woman]
pro (n) [sports - man] beroepsspeler (n) {m} [sports - man]
pro (n) [sports - woman] beroepsspeelster (n) {f} [sports - woman]
NL Dutch EN English
pro [bijwoord] pro [bijwoord]
pro [voorzetsel] pro [voorzetsel]
pro [bijwoord] in favor [bijwoord]
pro [voorzetsel] in favor of [voorzetsel]
pro pros and cons

Dutch English translations

NL Synonyms for pro EN Translations
prae [pluspunt] privilege
voordeel [pluspunt] n advantage
voor [voor] m before