Search term right hand has 6 results
EN English NL Dutch
right hand (n) [man] helper (n) {m} [man]
right hand (n) [man] assistent (n) {m} [man]
right hand (n) [man] rechterhand (n) {m} [man]
right hand (n) [woman] rechterhand (n) {m} [woman]
right hand (n) [woman] helpster (n) {f} [woman]
EN English NL Dutch
right hand (n) [woman] assistente (n) {f} [woman]

EN NL Translations for right

right vandehands
right (a) [addition] juist (a) [addition]
right (o) [correctly] juist (o) [correctly]
right (o) [modifier] juist (o) [modifier]
right (a) [truth] juist (a) [truth]
right (o) [modifier] precies (o) [modifier]
right correct
right (a) [addition] correct (a) [addition]
right (o) [correctly] correct (o) [correctly]
right (a) [truth] correct (a) [truth]

EN NL Translations for hand

hand overhandigen
hand (n) [profession - man] arbeider (n) {m} [profession - man]
hand (n) [profession - woman] arbeidster (n) {f} [profession - woman]
hand (n) [profession - man] werker (n) {m} [profession - man]
hand (n) [profession - woman] werkster (n) {f} [profession - woman]
hand (v) [objects] aanreiken (v) [objects]
hand (v) [objects] reiken (v) [objects]
hand (v) [objects] geven (v) [objects]
hand hand {m}
hand (n) [anatomy] hand (n) {m} [anatomy]