Search term see you later has 8 results
EN English NL Dutch
see you later (phrase) [goodbye] later (phrase) [goodbye]
see you later (phrase) [goodbye] tot ziens (phrase) {n} [goodbye]
see you later (phrase) [goodbye] mazzel (phrase) {m} [goodbye]
see you later (phrase) [goodbye] tot later (phrase) [goodbye]
see you later (phrase) [goodbye] zie je later (phrase) [goodbye] ('word-for-word')
EN English NL Dutch
see you later (phrase) [goodbye] tot straks (phrase) [goodbye] (phrase)
see you later (phrase) [goodbye] tot zo (phrase) [goodbye] (phrase)
see you later (phrase) [goodbye] tot zometeen (phrase) [goodbye] (phrase)

EN NL Translations for see

see (v) [make sure] ervoor zorgen (v) [make sure]
see (v) [mental activity] zich voorstellen (v) [mental activity]
see ontmoeten
see (v) [understand] inzien (v) [understand]
see aantreffen
see zien
see (v) [mental activity] zien (v) [mental activity]
see (v) [sense perception] zien (v) [sense perception]
see aanschouwen
see ZIEN

EN NL Translations for you

you (o) [general] je (o) [general]
you (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed] je (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed]
you (o) [pers. pron. - direct object - sg.] je (o) [pers. pron. - direct object - sg.]
you (o) [pers. pron. - indirect object - sg.] je (o) [pers. pron. - indirect object - sg.]
you (o) [pers. pron. - subject - sg.] je (o) [pers. pron. - subject - sg.]
you (o) [general] jij (o) [general]
you (o) [pers. pron. - direct object - sg.] jij (o) [pers. pron. - direct object - sg.]
you (o) [pers. pron. - subject - sg.] jij (o) [pers. pron. - subject - sg.]
you (o) [general] jou (o) [general]
you (o) [pers. pron. - indirect object - sg.] jou (o) [pers. pron. - indirect object - sg.]

EN NL Translations for later

later (o) [future] mettertijd (o) [future]
later (o) [adverb] nadien (o) [adverb]
later (o) [adverb] daarna (o) [adverb]
later (o) [adverb] later (o) [adverb]
later (o) [future] later (o) [future]
later (o) [time] later (o) [time]
later (o) [adverb] vervolgens (o) [adverb]
later (a) [time] laatste (a) {n} [time]
later (o) [future] naderhand (o) [future]
later (o) [future] achteraf (o) [future]