Search term sleep has 6 results
EN English NL Dutch
sleep slaap {m}
sleep (n) [general] slaap (n) {m} [general]
sleep (n) [general] sluimering (n) {f} [general]
sleep (v) [general] slapen (v) [general]
sleep maffen
EN Synonyms for sleep NL Translations
nap [fall asleep] druilen
snooze [fall asleep] (informal sluimeren {n}
trance [state] trance {m}
slumber [activity] (literature sluimering {f}
doze [activity] slaapje {n}
drowse [activity] inslapen
nod [activity] ja knikken
turn in [activity] maken
shut-eye [activity] (informal dutje {n}
rest [slumber] daarbij laten (n v)
siesta [slumber] siësta {m}
drop off [drowse] achterlaten
drift [drowse] op drift zijn
wheeze [snort] gepiep {n}
breathe [snort] ademen {n}
snore [snort] gesnurk {n}
fall asleep [drowse off] ontslapen
NL Dutch EN English
sleep [kleding - vrouw] {m} train [kleding - vrouw]

Dutch English translations

NL Synonyms for sleep EN Translations
sluier [sluier] m yashmac
rits [rij] m zip fastener
stoet [rij] m train
zeelt [rij] m tench