Search term spice has 9 results
EN English NL Dutch
spice (n) [excitement] pit (n) {m} [excitement]
spice (n) [culinary] kruiden (n) [culinary] (p)
spice (v) [culinary] kruiden (v) [culinary] (p)
spice (n) [culinary] specerijen (n) [culinary] (p)
spice (n v) [any variety of spice] specerij (n v) {f} [any variety of spice]
EN English NL Dutch
spice kruid {n}
spice (n) [excitement] iets pikants (n) {n} [excitement]
spice (v) [culinary] smaak geven aan (v) [culinary]
spice specerij {f}
EN Synonyms for spice NL Translations
tang [taste] scherpe geur {m}
bite [taste] bijten
punch [taste] stompen
body [taste] lichaam {n}
zest [taste] citroenschil {m}
wit [characteristic] spriet
humour [characteristic] humor {m}
relish [characteristic] snoepen
salt [characteristic] salt (n adj v)
zip [quality] pit {m}
taste [quality] voorsmaak {m}
seasoning [cooking] smaakstof {m}
extract [cooking] afleiden
condiment [cooking] smaakmaker {m}
pepper [cooking] peperen
pickle [relish] pekelnat {n}
flavour [season] smaakstof {m}
tincture [tint] tinctuur {m}
dye [tint] verf {m}
shade [tint] schim