EN NL English Dutch translations for uitsluiten
Search term uitsluiten has 15 results
Jump to Dutch » English
NL | Dutch | EN | English | |
---|---|---|---|---|
uitsluiten [algemeen] | except [algemeen] | |||
uitsluiten (v prep conj) [to exclude] | except (v prep conj) [to exclude] | |||
uitsluiten [mogelijkheid] | eliminate [mogelijkheid] (informal) | |||
uitsluiten [groep] | banish [groep] | |||
uitsluiten [persoon] | leave out [persoon] |
NL | Dutch | EN | English | |
---|---|---|---|---|
uitsluiten | exclude | |||
uitsluiten [algemeen] | exclude [algemeen] | |||
uitsluiten [mogelijkheid] | exclude [mogelijkheid] | |||
uitsluiten [persoon] | exclude [persoon] | |||
uitsluiten [algemeen] | shut out [algemeen] | |||
uitsluiten [persoon] | shut out [persoon] | |||
uitsluiten [groep] | ostracize [groep] | |||
uitsluiten [persoon] | debar [persoon] | |||
uitsluiten [algemeen] | disqualify [algemeen] | |||
uitsluiten [algemeen] | make an exception for [algemeen] |
Dutch English translations
NL | Synonyms for uitsluiten | EN | Translations | |
---|---|---|---|---|
schorsen [buitensluiten] | приостанови́ть (v) | |||
uitzonderen [uitzonderen] | исключи́ть (v) | |||
sluiten [buitenhouden] n | заверши́ть (v) |