Search term vastklemmen has 10 results
NL Dutch EN English
vastklemmen [algemeen] {n} clip [algemeen]
vastklemmen [klampen] {n} clamping [klampen]
vastklemmen [klampen] {n} clasping [klampen]
vastklemmen [gewicht] {n} pin [gewicht]
vastklemmen [timmerwerk] {n} clamp [timmerwerk]
NL Dutch EN English
vastklemmen [vastgrijpen] {n} clench [vastgrijpen]
vastklemmen [vastgrijpen] {n} clasp [vastgrijpen]
vastklemmen [vastgrijpen] {n} grip firmly [vastgrijpen]
vastklemmen [vastgrijpen] {n} grip tightly [vastgrijpen]
vastklemmen [algemeen] {n} fasten with a clip [algemeen]

Dutch English translations

NL Synonyms for vastklemmen EN Translations
hebben [pakken] imeti
lijden [hebben] n trpeti (v)
verdragen [hebben] prenašati