Search term vastmaken has 6 results
NL Dutch EN English
vastmaken [vasthechten] fix [vasthechten]
vastmaken [nautisch] belay [nautisch]
vastmaken [nautisch] secure [nautisch]
vastmaken [vasthechten] attach [vasthechten]
vastmaken (v) [to attach or connect in a secure manner] fasten (v) [to attach or connect in a secure manner]
NL Dutch EN English
vastmaken [vasthechten] fasten [vasthechten]

Dutch English translations

NL Synonyms for vastmaken EN Translations
vastknopen [vastbinden] knot
sjorren [vastbinden] heave
plakken [lijmen] paste
kleven [lijmen] n tailgate
fixeren [vastmaken] n secure
vastbinden [sjorren] tie up
knopen [strikken] knot
nieten [bevestigen] staple
vasthechten [bevestigen] fix
verbinden [koppelen] n conflate
bevestigen [vastzetten] endorse
verankeren [vastzetten] anchor
verstevigen [vastzetten] make firmer
strikken [knopen] snare
aanbinden [aanhechten] commence (formal)
aanzetten [aanleggen] switch on
plaatsen [aanleggen] locate (formal)
zetten [aanleggen] stand up
aanbrengen [aanleggen] denounce
omleggen [aandoen] commute