Search term well-off has 10 results
EN English NL Dutch
well-off (a) [rich] rijk (a) {n} [rich]
well-off (a) [rich] bemiddeld (a) [rich]
well-off vermogend
well-off (a) [rich] welgesteld (a) [rich]
well-off (n) [people] rijken (n) [people] (mp/fp)
EN English NL Dutch
well-off (n) [people] rijkelui (n) [people] (mp)
well-off (n) [people] rijke mensen (n) [people] (mp)
well-off (n) [people] welgestelden (n) [people] (mp/fp)
well-off (n) [people] bemiddelden (n) [people] (mp/fp)
well-off gefortuneerd
EN Synonyms for well-off NL Translations
solvent [having one's own finances] oplosmiddel {n}
affluent [having one's own finances] welgesteld
wealthy [having one's own finances] gefortuneerd
rich [having one's own finances] rijk {n}
well-to-do [having one's own finances] (informal welgesteld
independent [having one's own finances] onafhankelijk
prosperous [flourishing] welstellend
thriving [flourishing] bloeiend
comfortable [successful] geriefelijk
easy [successful] gemakkelijk
snug [successful] knus
successful [state] gelukt
fortunate [state] gelukkig
happy [state] gelukkig
well [state] nu goed